Duurzaam beheer met douane-entrepot
Om administratieve lasten en kosten voor de in- en export van apparatuur te beperken, verkreeg het Maritiem Informatie Voorziening Service Punt (MIVSP) een vergunning voor een douane-entrepot op het Offshore Expertise Centrum in Stellendam – een uitzonderlijke situatie binnen de overheid. Hier kunnen ze hun meetinstrumenten vrij van invoerrechten en -belastingen testen voor ze naar de Noordzee gaan om gegevens te verzamelen.
Met MIVSP verzamelt Rijkswaterstaat een schat aan gegevens van de Noordzee: van watertemperatuur, golfhoogte en windsnelheid tot de routes van trekvogels en vleermuizen. Daarvoor is speciale meetapparatuur nodig die veelal uit het buitenland komt. Denk aan camera’s, microfoons, radars, antennes, en nog veel meer. MIVSP bevestigt deze apparatuur uiteindelijk in windparken op zee aan door hen zelf ontworpen masten op transformatorplatforms en windmolens. Maar voordat de meetinstrumenten daarheen gaan, worden ze eerst aan land getest in het Offshore Expertise Centrum (OEC) in Stellendam.
Slimmer organiseren
‘Omdat de windparken zich meer dan 12 mijl buiten de kust bevinden, zijn ze geen onderdeel van de exclusieve economische zone (EEZ) van Nederland’, verduidelijkt Steven Abdoelkhan, programmamanager van het OEC. ‘Daarom moesten we al onze apparatuur uitvoeren via de douane. We waren dan ook veel tijd en geld kwijt aan allerlei administratieve handelingen voor in- en export, terwijl we de apparatuur in Nederland feitelijk niet gebruiken. Omdat het beheer over een periode van minimaal 30 jaar loopt, investeren we actief in onderzoek naar vormen van duurzaam beheer, zoals smart maintenance. Zo besloten we ook te kijken of we die im- en export slimmer en efficiënter konden organiseren. Dankzij de hulp van adviseurs van Rijkswaterstaat en EY (voorheen Ernst & Young) is dat nu gelukt.’
Vergunning aanvragen
‘Voor mij was al snel duidelijk dat een zogeheten douane-entrepot hier de juiste oplossing zou zijn’, vertelt Ilona van den Eijnde, senior manager global trade bij EY. ‘Dat is een gebied binnen de EEZ waar je goederen neer kunt zetten zonder dat daarvoor invoerrechten verschuldigd zijn. Om zo’n entrepot te runnen heb je alleen wel toestemming van de douane nodig, want die geven dan het beheer en de controle van die goederen aan je over. Daarom zijn we een traject gestart om de benodigde vergunning hiervoor aan te vragen.’
Vrijhandelszone
‘Bijkomend voordeel van zo’n entrepot is dat het een soort vrijhandelszone is’, vult Abdoelkhan aan. ‘Dat betekent dat we over de goederen die hier staan en die voldoen aan de eisen van de vergunning geen invoerbelastingen hoeven te betalen. Aangezien het om dure apparatuur gaat, scheelt dat veel geld.’ Van den Eijnde: ‘Het verschil tussen de bruto en netto prijs komt daarmee feitelijk bij het budget van MIVSP. Daar kun je veel mooie dingen mee doen.’
Verlengstuk van de douane
Abdoelkhan vervolgt: ‘Met een entrepot ben je in feite een verlengstuk van de douane. Daarom moet je zorgen dat zij alles kunnen controleren’. Van den Eijnde: ‘Voor de vergunning hebben we dan ook precies beschreven hoe we dat doen. De administratieve organisatie en interne controle noemen we dat, kortweg AO/IC. Daarin staat bijvoorbeeld dat alle goederen die op deze locatie opgeslagen worden een code krijgen die aangeeft waar ze vandaan komen en waar ze naartoe gaan.’
Helemaal nieuw
Dat klinkt mooi op papier, maar het moet natuurlijk ook een concrete invulling krijgen in de praktijk. ‘Het bijzondere voor mij was dat Rijkswaterstaat dit proces nog helemaal zelf moest inrichten’, benadrukt Van den Eijnde. ‘Normaal adviseer ik vooral grote internationale bedrijven die al op zo’n manier werken. Hier moesten we nog een verantwoordelijke aanstellen die de douaneprocessen kent en goederen op de juiste manier kan coderen, inclusief de bijbehorende belastingtarieven.’
Tussen twee overheidsdiensten
Bijzonder aan deze situatie is bovendien dat de afspraken gemaakt zijn tussen twee overheidsdiensten: de douane en Rijkswaterstaat. Van den Eijnde: ‘Om een vergunning te krijgen voor een entrepot moeten bedrijven normaalgesproken zekerheidstelling bieden aan de douane: een garantie bij de bank voor een bedrag dat overeenkomt met de waarde van de opgeslagen goederen. Maar het zou een beetje gek zijn als de ene overheid garantie moet bieden voor de andere. Daarom hebben we afgesproken dat die zekerheidstelling in dit geval niet nodig is.’
Goed afsluiten
Belangrijk is wel dat het douane-entrepot goed afgesloten is met hekken en toegangspoortjes, zodat onbevoegden er niet in kunnen. Abdoelkhan: ‘Het OEC was al in twee stukken verdeeld: er is een zone met geel asfalt die algemeen toegankelijk is en een zone met zwart asfalt waar je verplicht bent om persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) te dragen. Daar staat bijvoorbeeld ook een 1:1-testkopie van de masten waar we onze apparatuur aan hangen. Die PBM-zone is nu geschikt gemaakt als douane-entrepot.’
Medewerkers opvoeden
‘Goederen van binnen de hekken mogen dus ook niet zomaar naar buiten’, benadrukt Van den Eijnde. ‘Dat is een kwestie van medewerkers opvoeden. Even een boutje lenen kan gewoon niet. Anders moet precies opgeschreven worden waar het heen gaat. Je moet je ervan bewust zijn dat alle goederen in het entrepot onder douanetoezicht staan, ook al is het dagelijks toezicht in handen van MIVSP. De douane moet altijd een check kunnen doen.’
Vergunning uitbreiden
Ook binnen het entrepot gelden voorlopig beperkingen aan het beheer van de opgeslagen goederen. Van den Eijnde: ‘De vergunning is nu om te beginnen geregeld voor inkoop. Voor Rijkswaterstaat is het daarbij handig als leveranciers goederen leveren met een zogeheten T1-status - voor vervoer van goederen van buiten de EU. Dat maakt de aangifte bij invoer in het entrepot makkelijker. Ook apparatuur testen mag, daarmee verandert er niets aan de goederen. Datzelfde geldt voor plaatsen op de Noordzee. Maar apparatuur terughalen voor controle en reparatie valt nu bijvoorbeeld niet onder de vergunning. We onderzoeken wel of het mogelijk is om dat toe te voegen, want alles wat je offshore moet doen, is veel duurder.’
Trots
‘Ik vind het heel leuk dat ik door deze vraag betrokken ben geraakt bij MIVSP’, sluit Van den Eijnde af. ‘Het is heel bijzonder om te zien wat er allemaal mogelijk is met de Noordzee-gegevens die ze hier verzamelen. Er zijn heel veel partijen die hier gebruik van kunnen maken en Rijkswaterstaat zorgt dat dat allemaal efficiënt verloopt. Dit is echt zo’n project waarvan je later trots aan anderen kunt vertellen dat je eraan hebt meegewerkt.’